Dijon
Algemeen
Dijon bevindt zich in het oosten van Frankrijk, met een inwonersaantal van ongeveer 170.000. De stad onderscheidt zich door haar Bourgondische erfgoed, eeuwenoude mosterdtraditie en een fraai bewaard middeleeuws centrum. Aan de westzijde van de stad ligt de voormalige Chartreuse de Champmol, gesticht als dynastiek mausoleum van de Bourgondische hertogen.
Geschiedenis
Dijon ontstond in de Romeinse tijd als de nederzetting Divio aan een belangrijke verkeersroute. In de middeleeuwen werd het de residentie van de hertogen van Bourgondië, met stadsrechten verkregen in 1183. Vanaf de 14e eeuw beleefde Dijon een bloeiperiode als hoofdstad van het machtige Bourgondische hertogdom, met kunst en architectuur als pijlers. Het paleis van de hertogen symboliseert deze periode. Na de val van Bourgondië in 1477 bleef Dijon een belangrijk bestuurlijk en cultureel centrum. De stad breidde uit en ontwikkelde zich verder in de 18e en 19e eeuw, met de aanleg van kanalen, spoorwegen en industrie. De Tweede Wereldoorlog bracht schade, gevolgd door een wederopbouw en uitbreiding tot moderne universiteitsstad.
Foto's
Hieronder volgen na een uitleg over de beroemde Mozusput de foto's daarvan, gevolgd door de foto's van het stadscentrum.
De Mozusput
In de gotische periode bleef beeldhouwkunst dienstbaar aan de architectuur, mmaarhet portaalsculptuur evolueerde naar van zuilen losstaande beelden met natuurlijkere, expressieve en geïndividualiseerde menselijke figuren. Tegen het einde van de 14de eeuw verschoof de focus naar gebeeldhouwde altaren, devotiebeelden en grafmonumenten. Het artistieke zwaartepunt verplaatste zich van Frankrijk naar Italië, De Nederlanden en de Duitse gewesten.
Claus Sluter werd de grote vernieuwer met zijn volplastische, monumentale en sterk geïndividualiseerde stijl. Zijn bekendste werk, de Mozesput van het Chartreuse de Champmol nabij Dijon, ontstond omstreeks 1400. Dit grafklooster voor de hertogen van Bourgondië werd in 1377 gesticht door Filips de Stoute, gebouwd tussen 1383-1388, maar kwam in de 18de eeuw in verval en werd tijdens de Franse Revolutie opgeheven. De Mozesput bleef bewaard als sprekendste getuige. Zie foto's hieronder.
Het centrum
In de stad zelf is ook veel te zien. Hieronder foto's van het centrum van Dijon.
Weetjes
-
Dijon was eeuwenlang de hoofdstad van het hertogdom Bourgondië en het culturele en bestuurlijke centrum van de streek.
-
Het Musée des Beaux-Arts in het voormalige hertogelijk paleis bezit een van de oudste en omvangrijkste kunstcollecties van Frankrijk.
-
De stad Dijon is beroemd om haar unieke mosterdcultuur, die al sinds de 14e eeuw wordt beoefend.
-
In Dijon bevindt zich het beroemde uiltje in de gevel van de Notre-Dame, dat volgens traditie geluk brengt bij aanraking.
-
Dijon vormt het beginpunt van de Route des Grands Crus en heeft een rijke wijncultuur.
-
De naam van de stad gaat terug tot het Latijnse Divio, een Romeinse nederzetting aan een oude handelsroute.
-
De Mozesput bij de Chartreuse de Champmol is een meesterwerk van Claus Sluter en wordt beschouwd als hoogtepunt van de Europese middeleeuwse beeldhouwkunst.
-
De zes profetenbeelden op de Mozesput zijn uitzonderlijk natuurlijk en expressief uitgewerkt.
-
Tijdens de Franse Revolutie werd de calvariegroep van de Mozesput vernietigd, maar de sokkel met beelden bleef op haar plek staan.
-
Champmol maakt tegenwoordig deel uit van een psychiatrisch ziekenhuis, maar de Mozesput is nog steeds toegankelijk voor publiek.
Veiligheid
Het centrum van Dijon is overdag veilig en toeristisch ontwikkeld, maar ’s nachts wordt extra waakzaamheid aangeraden in de buurt van het station en de uitgaanslocaties. Wijken als Victor Hugo, Montchapet en Université zijn rustig en veilig, terwijl zuidelijke gedeelten zoals Les Grésilles meer risico op kleine criminaliteit bieden en minder geschikt zijn voor nachtelijk bezoek. Rond de Chartreuse de Champmol gelden cameratoezicht en beperkte toegangsuren; zakkenrollerij komt sporadisch voor op drukke plekken, maar ernstige incidenten zijn zeldzaam.
Bronnen
- Baudouin, J. (2006). Dijon: Histoire et patrimoine. Paris: Éditions Ouest-France.
- Beau, P. (2015). Dijon au Moyen Âge: Vie quotidienne et monuments. Dijon: Éditions Universitaires de Dijon.
- Bouchot, H. (1899). La Bourgogne historique et monumentale. Paris: Librairie Renouard.
- Chartreuse de Champmol. (2024). Bourgogne-Franche-Comté Tourisme. Geraadpleegd 2025.
- Corvinus, K. (2024). Het klooster van Champmol: Geschiedenis en kunst. Leuven: Davidsfonds.
- De Jonghe, K. (2009). Dijon: Kunst, architectuur en geschiedenis. Brussel: Lannoo.
- Dijon, Musée des Beaux-Arts. (2024). Catalogus grafmonumenten Champmol. Geraadpleegd 2025.
- Dussol, J. (2012). Dijon – la cité des ducs. Paris: Arthaud.
- Gerson, P. (2010). Dijon and the Dukes: A City Transformed. Dijon: Éditions Universitaires de Dijon.
- Institut National de la Statistique et des Études Économiques (INSEE). (2023). Données Dijon. Geraadpleegd 2025.
- Lemonnier, H. (1903). Claus Sluter et la sculpture bourguignonne. Paris: Librairie de l’art.
- Melaniekijktkunst.nl. (2024). De grote onbekende: Claus Sluter (1340-1405). Geraadpleegd 2025.
- MyCityHunt.nl. (2024). Champmol, Dijon. Geraadpleegd 2025.
- Musée des Beaux-Arts de Dijon. (2024). Puits de Moïse et sculpture gothique bourguignonne. Geraadpleegd 2025.
- Roux, M. (2004). L'art bourguignon sous les ducs. Paris: Gallimard.
- Snyder, J. (1989). Northern Renaissance Art: Painting, Sculpture, the Graphic Arts from 1350 to 1575. New York: Harry N. Abrams.
- Take-A-Trip.eu. (2024). Chartreuse de Champmol – Dijon. Geraadpleegd 2025.
- Tourisme.fr. (2024). Dijon – Guide touristique. Geraadpleegd 2025.
- Vauchez, A. (2018). Histoire du monachisme en France. Paris: Seuil.
- Vaughan, R. (2002). Philip the Bold: The Formation of the Burgundian State. Woodbridge: Boydell Press.
- Winkelmann, R. (2010). De Bourgondische kunst en architectuur. Breda: De Geus.
Deze tekst is deels gegenereerd met behulp van ChatGPT, Claude en Perplexity.